top of page
Zoeken

#7. De Demoon

Bijgewerkt op: 13 jan. 2023

"De Demoon", getekend door F.


Met een soort van kinderlijke exaltatie introduceer ik, naast de vertrouwde keuze-opdrachten zoals "Utopia", "Hoofd Vol Gedachten", "Manifest Voor Toekomstige Leiders", "Ja/Nee-Vragen Voor Leeftijdsgenoten", "Muziek" en "Associatief Schrijven", een nieuwe creatie-opdracht, tijdens mijn eerste en enige workshop voor 'losse jongeren'. Deze opdracht draait rond iets dat mij al jaren fascineert : de donkere kracht die in elke mens huist, die op kwade dagen eigen kunnen en schoonheid ondermijnt, die op onverwachte momenten jengelt als een peuter in zijn heftigste nee-fase, die grofgebekt uit de hoek komt als hij zich bedreigd voelt - zowel tegenover anderen als tegenover zichzelf - en die we levenslang meedragen in onze schaduw, zonder dat we daar om gevraagd hebben. Er bestaan vele termen voor - 'innerlijke censor' is een populaire - maar ik noem hem "De Demoon" omdat dit woord mij angst aanjaagt en doet lachen tegelijk, alsof ik de impact van deze inwendige duivel neutraliseer, door hem een naam te geven en hem daarmee in het licht te zetten. Iets waarvan ik het gevoel heb, dat 'hij' daar niet van houdt, van licht noch transparantie. En nee, ik doe niet aan seksisme, want het zelfstandig naamwoord is volgens het woordenboek gewoon mannelijk, maar wat mij betreft, kan deze donkere afsplitsing van Het Zelf, even goed vrouwelijk, onzijdig of genderneutraal zijn. Hoe dan ook valt hij als nieuwe keuze-opdracht meteen in de smaak, want er kiezen wel vijf jongeren voor, om hem te definiëren aan de hand van een tekening. Hij toont zich in diverse gedaantes : als een hoofd zonder hersenen dat de eigenaar aanzet tot overmoedige en vooral impulsieve acties, als een onbemande geluidsstudio waar hij - in alle onzichtbaarheid - achter de knoppen zit en het mengpaneel bedient naar eigen believen, als een brein dat voor de helft gevuld is met een weelderige parasiet die leeft van woede, verdriet en angst, als een sexy roodharige vrouw die verleidelijk lacht en als 'packman', die hersenen verrukkelijk vindt en er dus genoeglijk aan knabbelt. Ik word blij van zo veel diversiteit onder de demonen, als ook van de energie die deze groep genereuze jongeren uitstraalt, in alles wat ik hen aanreik. Op hun vrije zaterdagnamiddag zijn ze gretig, gul, open, warm en vol vuur. Van kring tot vloer, van bewegingskwaliteiten tot emoties, van intensiteiten in het dansen tot creatie-opdrachten : zij geven zich in alles even hard. A tekent een Panamarenko-achtige Zeppelin op de voorgrond van zijn Utopia, L schrijft twee prachtige gedichten over het thema isolatie, M stelt zowel de Bijbel als de figuur van Assepoester in vraag en A deelt enkele van haar vele gedachten, die ze kleurrijk en kris-kras op haar blad heeft vormgegeven. R rondt de namiddag af met een bevlogen Manifest aan Toekomstige Leiders, waarin ze oprecht hoopt dat het goed met hen gaat , 'want ook hun mentaal welzijn is belangrijk', en waarin zij diep gedroomde wensen opsomt, als vriendelijke doch kordate geboden. Van deze bevlogen adolescenten zijn er wel vijf die mijn schrijfcoach-groep willen vervoegen. Deze jeugdige coaches zullen mijn klankbord zijn, tijdens de schrijffase, die aanvat als ik in maart, mijn tournee in de hoedanigheid van puberfluisteraar , afgerond heb.

Hoewel mijn tocht langs adolescenten op heel diverse plekken, bij momenten ongelooflijk intens is, ga ik die zelfgekozen rol, na afloop ook missen. De veelheid aan jongeren, locaties, plekken, sferen, voeden mij als theatermaker en als mens. Zo mag ik ook vaststellen als ik opnieuw in het Scheppersinstituut in Deurne kom, voor een werksessie met de energieke dames van het vierde jaar Mode&Creatie. Zij verrassen door hun intensiteit op de dansvloer en door de visioenen die zij delen na de visualisatie. Deze meisjes dromen van een toekomst waarin het dagelijks leven een zuiderse gemoedelijkheid ademt, met lachende families aan lange, bourgondisch gevulde tafels, omgeven door witte huizen, paarden, honden en vlinders, waarin iedereen zijn hart volgt en zoekt naar zijn diepste kern, in plaats van zichzelf structureel te overwerken - "we moeten leven, mevrouw, we moeten léven!" Ze wensen zich een leven zonder mannen, waar de brug tussen rustige natuurreservaten en bruisende steden met wilde party's, een vanzelfsprekendheid is en waar regen klinkt als klatergoud. Ze willen zonovergoten stranden met feestmuziek en spelende kinderen, ze verlangen naar alleen wonen - want zo chill is het als je op jezelf bent - naar rijk zijn, blitse gele auto's en business en naar de woonplaats van Heidi In De Bergen. Ze hopen op een volwassen leven in Hawaï, met mannen die vrouwen respectvol behandelen en met een gezin, maar dan wel zonder te moeten persen - "ik wil kinderen, mevrouw, maar ik ga echt niet bevallen." Ze delen een toekomst waarin ze een glanscarrière als advocate, harmonieus combineren met het moederschap, waarin bewoonbare peperkoeken huizen bestaan - die telkens terug groeien, hoe veel je er ook van eet - en waar ze een kind baren met twee mannen aan hun zijde, aan elke kant één.

Ik vind hun weelderigheid prachtig : in hun bewegen, in hun dromen, in hun schaamteloos verwoorden van hun diepste wensen. Iets dat enigszins contrasteert met de bedachtzaamheid van de tieners die ik de dag daarvoor leer kennen, op een warme school in Ekeren. In de voormiddag ontmoet ik een grote groep zesdejaars, in de namiddag werk ik met een kleinere klas vijfdejaars, beiden bestaande uit leerlingen van alle richtingen die het ASO rijk is. Ik geef de workshops tijdens de uren zedenleer, op vraag van leerkracht F, die heel open staat voor input van buitenaf. Beide klassen zijn gemoedelijk en heel gefocust, maar hebben even tijd nodig om zich te laten gaan in de fysieke expressie-opdrachten, alsof hun energie initieel vooral afgeleid wordt door hun brein. Al verleggen ze gaandeweg toch meer de focus naar hun lijf. De tweede groep wordt hier zelfs extra in gestimuleerd door een impuls van buitenaf, want tijdens het dansen op een opzwepend nummer van Omar Souleyman, staat er ineens een groepje jongens van een andere klas, door de ramen van de refter mee te kijken. Omdat deze ramen open staan, vraag ik hen lachend 'of ze niet willen mee komen doen', iets dat met gretigheid beantwoord wordt : éen jongen van de andere klas, komt meteen binnen, springt de dansvloer op en roept "dit is muziek voor een Turks trouwfeest, ik ga jullie leren hoe je hier op moet dansen", waarop hij vurig de vijfdejaars instrueert, hoe ze hun benen moeten bewegen en elkaars handen moeten vasthouden. Ik vind het fantastisch hoe deze werksessie in slechts een paar seconden, uitmondt in een uitbundig feest. Na het hoogtepunt bedank ik de jongens van de andere klas en ga ik verder met deze klas, die volledig opgeladen is door de onverwachtse interventie. In enkele zinnen omschrijven hoe veel weerwerk ik krijg van - in totaal - vierendertig jongeren, is onbegonnen werk. Wat mij vooral opvalt, is dat velen van hen verlangen naar een wereld met meer rust en gemoedelijkheid, waar iedereen met elkaar praat en waar locaties zijn die stad en jungle naadloos met elkaar verbinden. De meesten willen ook veel minder druk van buitenaf en een leven met de vibe van een festival. Eén iemand kleeft het woord 'atheisme' op haar Utopia-collage, omdat ze vindt dat religies de wereld al te veel schade hebben berokkend. Iemand anders plakt afzonderlijke lichaamsdelen op zijn blad omdat hij ervaart dat de mens 'te veel vervreemd is van zijn lijf'. Sommige jongeren wensen voor zichzelf een volwassen leven in afzondering - voor de rust - of tekenen als Portret Van Het Droomzelf, geen zelfportret, maar hun perspectief als volwassen mens - zo krijg ik een tekening van open, ruim appartement met groot raam. Enkele jongeren noteren hun Hoofd Vol Gedachten, maar willen dit niet delen met de rest en anderen stellen Ja/Nee-Vragen aan de groep. "Heb jij een goed gevoel als je 's avonds gaat slapen?" "Hou jij van jezelf?" "Heb jij het gevoel dat je geliefd bent?" "Heb jij genoeg ruimte om te groeien? "om maar enkele vragen op te sommen, waarbij geen enkele arm de lucht in gaat. En tenslotte delen verschillende jongeren songtitels en muziek die ze linken aan ontspanning (Where'd all the time go?) , romantiek (Do Ya Think I'm Sexy?) de natuur (pianomuziek van Schubert), rebellie (Fuck Society) maar ook aan pijnlijke herinneringen (Moral Of The Story, Solitude, No One Is Ever Going To Want Me). Deze herinneringen lichten ze niet toe aan de groep, maar vertrouwen ze wel aan mij toe, via pen en papier. Thuis lees ik hun schrijfsels en voel ik, met terugwerkende kracht, hun pijn. Herkenbare kwetsuren, waar ik hen over zou willen zeggen dat ze zich er helemaal niet voor moeten schamen. Dat iedereen ooit afgewezen wordt of onfair behandeld en dat iedereen zichzelf daarna weer moet oprapen, na een lastige zoektocht naar verloren eigenwaarde. En dat volwassen zijn niet wil zeggen, dat al die dingen dan ineens verdwijnen als sneeuw voor de zon, maar dat ze gaandeweg wel iets herkenbaarder zullen worden, waardoor ze "De Demoon", die nu soms nachtenlang heavy metal speelt in hun hoofd&hart , gaan kunnen omarmen. Omdat zijn distortion vertrouwd in hun oren klinkt.









130 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page