top of page
Zoeken

De prachtige bende van De Puberfluisteraar - mijn tienercoaches en mijn volwassen ploeg - tijdens de buiging na de première in De Studio (11/3/'23 )


"Wanneer komt de voorstelling naar Gent of Brugge?", "Speel je bij ons in Melle ?," "Is er nog plaats voor een school in Wetteren?", " Sta je ook geprogrammeerd voor avondpubliek in Limburg?" , "Ik wil de mooie, pakkende uitingen van tieners die je verzamelde , gaan

voorlezen op een samenkomst van ministers"


Terwijl ik nog duizel van de intensiteit van de laatste weken, word ik overspoeld door berichten en vragen via deze blog en via sociale media. Dat niet enkel jongeren, maar even veel volwassenen getriggerd zijn door wat er zich beweegt in een puberbrein, blijkt een understatement. Op 11 maart, de dag dat De Puberfluisteraar , na vier publieke try-outs, zijn officiële première speelde in De Studio, verscheen er een interview in het Nieuwsblad en gisteren had ik een live-gesprek met Rani&Raf op Joe FM.


Het hele project is voor mij als maker/speler een soort 'marathon' in verschillende etappes, aan telkens wisselende intensiteit. Van 'puberfluisteraar' die overal te velde, de vinger aan de pols hield bij uiteenlopende jongeren, tot het gelijknamig personage, dat in het theaterconcert, samen met 'Producer' /muzikante Leen Diependaele, tien uiteenlopende jongerenportretten vertolkt en klankbanden muzikaal ondersteunt.

De term 'theaterconcert' omdat het geheel geen klassieke dramaturgie volgt, dan wel voortstuwt op het élan van een muziekoptreden. De vijf keer dat we tot nu toe voor een volle zaal publiek stonden, waren allemaal anders : van scholen die zich gedroegen als losgeslagen concertpubliek - gillend, juichend en door de zaal lopend - tot scholen die alles absorbeerden in een bijna contemplatieve stilte en scholen die perfect balanceerden tussen die twee uitersten. De avondvoorstellingen - grotendeels bevolkt door ouders met hun tienerkroost - waren nog anders maar even hartverwarmend om spelen.


Terwijl verkoopsbureau Thassos op dit moment volop bezig is met de spreiding van de voorstelling, verteer ik het voorbije creatieproces, dat zo verschilde van alle repetitieperiodes die ik ooit meemaakte. De leeftijdsgroep die ik in het onderzoek benaderd heb als muze en klankbord tijdens het schrijven, participeerde in deze fase eveneens als extra oog. Wekelijks deelde ik mijn work-in-progress dan ook met twee rijtjes toeschouwers : op de eerste rij zaten mijn tienercoaches, op de tweede rij mijn volwassen ploeg. Die coctail zorgde voor een bijzondere beleving van op de vloer. Tijdens toonmomenten kon ik heel helder aflezen van de jonge blikken of ons materiaal oprecht bij hen resoneerde, terwijl ik op de tweede rij alsmaar meer afstemming met de jongeren waarnam. Kostuumontwerper Tine betrok hen van bij aanvang ; ze vroeg de coaches welk soort jassen tieners allemaal dragen en bij welk profiel deze horen. Daarna experimenteerde ze volop met allerhande vesten en hoodies en distilleerde ze uiteindelijk een basiskostuum voor Leen en mij - een blauwe jumpsuit met een gouden randje - een paar gelaagde hoodies - die tieners nu al willen bijbestellen - en een grote concertjas, gemaakt van allemaal verschillende jassen. Ook lichtontwerper Michiel bevroeg mijn coaches over wat voor lampen mogelijk thuishoren in hun slaapkamer en maakte in zijn finaal ontwerp een selectie, die het midden houdt tussen de concertsfeer en de intimiteit van een tienerkamer. Daarnaast stelden eindregisseur Renee en dramaturg Nico, bij elk nagesprek dat volgde op een w.i.p., alsmaar gerichtere vragen aan de jonge coaches : over welke portretten relevant waren voor hen, welk materiaal er misschien uit moest, of het geheel over de hele lijn bleef boeien, of we inhoudelijk iets over het hoofd zagen enzovoort. En productie-assistente Hanne hield intussen de communicatie en de planning nauwlettend in het oog, zodat ik elke doorloop verzekerd was van jeugdig weerwerk.

Leen en ik gingen met alle feedback wekelijks aan de slag. Het was een intens werkje, omdat de elektronica zich soms toonde als een weerbarstige entiteit - lees : af en toe liep de computer vast, wegens veel te veel input en klonk alles ineens vertraagd. Tegelijk moest er continu opnieuw geknipt en geplakt worden en zocht Leen naar de meest efficiënte programmatie van haar instrumentarium. Intussen herschreef en studeerde ik tekst en improviseerden we samen nieuwe muzikale lijnen met viool en elektronica, voor de portretten en/of als begeleiding bij de klankbanden met jonge stemmen. Daarnaast werd er ook in De Studio volop meegewerkt vanuit diverse hoeken : onder meer door de techniekers die heel frequent passeerden - voor het testen van een geluidsconcept met zeven monitors, maar even goed als de klankbanden, de loopstation of de elektrische viool niet helder 'door' kwamen - door de communicatie-afdeling, die mijn verzamelde 'Ja-Nee-vragen Voor Leeftijdsgenoten' aan uiteenlopende tieners ging stellen op straat en hier een felgesmaakte voxpop van maakte en door een stagiaire die de hele inkomhal beplakte met kleurenkopies van de collages, tekeningen en vragen uit het vooronderzoek.


Het leek alsof iedereen aanvoelde dat het project en de voorstelling de stem behartigt van een vergeten leeftijdsgroep, waardoor mooie inspanningen geleverd werden om deze - soms bijna letterlijk - extra vol te laten klinken.


Ik ben dan ook enorm dankbaar voor iedereen die tot nu toe betrokken is geweest : mijn 217 tienermuzen uit Antwerpen- Kiel, Borgerhout, Deurne, Merksem, Ekeren , Merelbeke, Mol en Zoersel, mijn 12 geweldige schrijf-en maakcoaches - Amani, Ahlam, Edzhe, Nisrine, Arsene, Adam, Finn VD, Finn VM, Laime, Lounja , Margot en Tibe - mijn bezielde volwassen ploeg - Leen, Nico , Renee, Michiel, Tine, Hanne , Stef en Domien - en alle medewerkers van mijn wilde&warme (t)huis De Studio.

Verwarmd door alles wat is geweest, kijk ik nu al uit naar de tournee* op heel diverse locaties. Pubers fluisteren is uitdagend en soms bijzonder vermoeiend ;-) , maar ook het mooiste wat er is.


* meer info op









De Puberfluisteraar , foto : Wannes Cré




De Puberfluisteraar , foto : Wannes Cré


De Puberfluisteraar - foto Wannes Cre

De Puberfluisteraar - foto Wannes Cre.

137 weergaven0 opmerkingen

Tweehonderdzeventien jongeren tijdens twintig workshops op tien verschillende locaties : precies een jaar geleden begon ik aan een experiment dat al langer sluimerde in hoofd en hart , maar dat ik steeds uitstelde omdat er tijd noch middelen voor waren.

Vlak na de laatste theaterlockdown, diende ik twee ontwikkelingsbeursaanvragen in , bij de Stad Antwerpen en bij Vlaanderen. Nadat ik van beiden een fiat kreeg, begon ik aan het spannendste onderzoek uit mijn werkleven.


Vorige winter zocht ik heel uiteenlopende tieners op in hun vertrouwde biotoop, om hen via een creatieve workshop, uit te horen over hun Utopia, gedachten , demonen en vragen. Dit omdat ik, rechtstreeks gevoed door hun veelkleurige output, wilde schrijven aan een theatertekst over het puberbrein. De Puberfluisteraar, zo doopte ik dit project en mijzelf, omdat ik wou achterhalen wat er leeft onder de - niet zelden weerbarstige - oppervlakte van adolescenten. Ik was nieuwsgierig naar wat er boven zou drijven , als jongeren zich niet hoeven te verstoppen achter baldadigheid, omdat de volwassene voor hun neus , hen voor een keer niet dirigeert, dan wel benadert als muze en coach.


Over de veelheid aan jonge dromen, angsten, wensen en worstelingen, die ik verzamelde tijdens mijn tournee langs de verschillende locaties , schreef ik in de lente een tekst , hierbij geruggesteund door frequent weerwerk van negen tienercoaches en outside eye Nico Boon.


In de fase daarna tastten muzikante Leen Diependaele en ik, uitgebreid de mogelijkheden van deze theatertekst af : met Leen haar elektronica, mijn strijkinstrumenten, onze stembanden en de proefopnames van de klankband , deden we een eerste poging om het puberbrein te vertolken. Zo creëerden we sound voor de tien jongerenportretten die in de tekst beschreven staan. Voor elk portret, haalden we inspiratie uit de vele Spotify-lijsten, die ik vergaarde tijdens mijn winterse tournee. Terwijl Leen en ik deze longlists beluisterden, plukten we hier en daar flarden melodie, enkele beats, een vioollijntje of een typerende sfeer, om de portret-arrangementen vorm te geven en op die manier alle karakters van een eigen klankkleur te voorzien. Daarnaast jongleerden we met de klankband - een opname van gesprekken tussen tien tieners - met pitch, loop, sync , distortion en delay als vast 'speelgoed'.

Eind juni deelden wij ons eerste werkmateriaal in een repetitieruimte van De Studio, met de tienercoaches - net verlost van hun examenstress - en met Nico. Hoewel nog pril, spiegelden de blikken van mijn jeugdige klankborden glashelder, wat er al dan niet resoneerde. Achteraf werd er over de hele lijn enthousiast gereageerd en tegelijk geopperd dat er, in de grote hoeveelheid materiaal, gerust mocht geschrapt worden. Daar waren Leen en ik opgetogen over, want overvloed is in een maakproces beslist geen overbodige luxe.


Na de zomer schreef ik een nieuw subsidiedossier, voor de betoelaging van de laatste - (productie-)fase en in de herfst presenteerde ik een fragment van de werktekst op het fijne Wildshot-festival van Kopergietery. Daar werd duidelijk dat ook oudere pubers - van jongvolwassen tot middelbare leeftijd - geïntrigeerd zijn door de turbulenties van het tienerbrein.


Tijdens de voorbije kerstvakantie trok ik met mijn jonge coaches naar de muziekstudio van Trix, om samen met hen , Leen en geluidstechnicus/muzikant Pascal Oorts - hoe hard kan je je naam niet stelen? - een kwalitatieve en definitieve opname te maken van de klankband. Deze klankband vormt een essentieel ingrediënt voor de creatie van de voorstelling.


Enorm dankbaar ben ik de Vlaamse Gemeenschap dat ook deze laatste fase - zo vernam ik net - warm betoelaagd wordt en we volgende week kunnen beginnen aan het maakproces.


Geflankeerd door enkele volwassen keien in hun vak - eindregisseur Renee Goethijn, kostuumontwerpster Tine Deseure, lichtontwerper Michiel Van Cauwelaert, dramaturg Nico Boon - en opnieuw gevoed door het warme en kritische oog van mijn tienercoaches, ondergaat 'de puberfluisteraar' de komende weken een diepgaande transformatie : van hoedanigheid - die ik aannam om toegang te krijgen tot jongerenharten overal te velde - naar theaterconcert - waarin Leen en ik ons hele vermogen in de strijd gooien, om platform te geven aan het puberbrein. De drie schoolvoorstellingen van De Puberfluisteraar (op 9 & 10 maart in De Studio ) zijn nu al uitverkocht, voor de vrije voorstelling (op 11 maart op dezelfde locatie) is er nog plaats voor pubers van alle leeftijden. Wees Waanzinnig Warm Welkom !










185 weergaven0 opmerkingen


Na een tournee langs heel verschillende locaties, waar ik workshops gaf aan meer dan tweehonderd jongeren, trok ik mij terug achter mijn schrijftafel.

Ik was fysiek alleen, maar voelde me toch omringd : via hun utopia-collages, gedachtenteksten, gedichten, tekeningen van droomzelves &demonen, ellenlange Spotify-lijsten en beklijvende manifesten, waren alle jongeren die ik de voorbije maanden ontmoet had, aanwezig in mijn werkruimte.

Toen begon ik aan een vreemde taak : voor ik zou gaan schrijven aan de theatertekst - met bovengenoemd materiaal als inspiratiebron - besliste ik eerst het werk te doen van een archivaris. Om het risico op (ver)dwaling te verkleinen, wilde ik overzicht creëren in de veelheid aan output en dus begon ik al de collages, teksten en tekeningen te ordenen - ja zelfs te labelen. Hoewel ik oprecht gruwel van etiketjes, klasseerde ik het workshop-materiaal in uiteenlopende 'categorieën'. Terwijl ik dat deed, voelde ik enige gêne omdat ik zelf absoluut niet graag in een vak word gestoken - geen enkel mens, denk ik. Om mijn schaamtegevoel te dempen, hield ik mijzelf voor dat dit 'keukenlabels' waren, niet bestemd voor enig ander paar ogen dan die van 'de kok'.

Al hebben ze tegelijk een grote rol gespeeld in het schrijfproces. In het materiaal van de veelheid aan jongeren , die ik ontmoet heb tijdens de workshops, ontwaarde ik grosso modo tien profielen. Uiteraard was elke categorie artificieel en deed de benaming in feite afbreuk aan de tienergroep die er door gedefinieerd werd. Het waren ook maar namen, die meer vertellen over mijn nood aan structuur, dan over de subgroepen in kwestie. En toch, hoe verder ik stond in de verwerking van het materiaal, hoe meer wetmatigheden ik waarnam in de diverse profielen, die zowel bestonden uit overeenkomsten als uit tegenstellingen. Zo distilleerde ik bij de ene groep een enorme drang naar vertraging en voorspelbaarheid en bij de andere eigenzinnige ideeën over het schoolsysteem en de 'ten-onder-gaande mensheid'. Bij een derde zag ik dan weer een duidelijke focus op individuele dromen en bij sommige meer uitgesproken profielen, toonde zich een wankel geloof in de toekomst naast bijzonder rijke fantasiewerelden. Al waren er , zoals gezegd, ook veel parallellen tussen de diverse groepen, die vooral naar boven kwamen in de lijsten met "Ja/Nee- Vragen Voor Leeftijdsgenoten".

"Geloof je in een leven na de dood? Heb jij al eens drugs gedaan? Ben jij bang van de klimaatopwarming? Vind je jezelf mooi? Wil jij later kinderen van jezelf?" zijn maar enkele van de thema's die bij de meeste groepen terug kwamen.

Mijn werk als archivaris was dus zinvol omdat het mij heeft geholpen om overzicht te creëren - of me in elk geval de illusie bezorgde dat ik overzicht ontwikkelde 😉 - maar tegelijk wilde ik niet te veel lading hangen aan deze categorieën, omdat elke vorm van classificatie een stukje rijkdom wegneemt.

Toen ik mijn negen jonge schrijfcoaches - die zich elk hadden aangeboden, na één van de vele workshops - voor de eerste keer gezamenlijk ontmoette in De Studio, was mijn kernboodschap aan hen, dat zij 'naast het behartigen van hun eigen standpunt, ook een ambassadeursrol zouden moeten vervullen, voor alle andere jongeren die ik had ontmoet'.


In de vier hoeken van de werkruimte, had ik de output van vier 'profielen' klaar gelegd : per hoek hingen er collages en tekeningen aan de muur en lagen teksten, vragen en muzieklijsten op tafel. Mijn 'outside eye' Nico, opperde de suggestie om de zelfbedachte labels niet te delen met mijn coaches : zo zouden zij met onbevangen blik het materiaal van hun leeftijdsgenoten kunnen absorberen. Nadat zij zich, enkele uren later, in duo's verdiept hadden in één subgroep, deelden zij rake, gevoelsmatige impressies : de thema's die 'hun' groep jongeren bezig hielden, kwaliteiten die ze hadden en flarden tekst die waren binnen gekomen omdat ze herkenbaar waren. In een tweede fase vroeg ik mijn coaches om concrete schrijfopdrachten te formuleren voor mij, op basis van het materiaal dat ze net verwerkt hadden. Daar kwamen heel diverse insteken uit, waar ik zelf nooit op was gekomen : "Verwerk de utopia-collages van onze jongeren in heel verschillende verhalen, waarbij je aandacht schenkt aan een realistische schrijfstijl en de karakters die in het verhaal een rol spelen." en " Lees de teksten van deze groep over liefdesrelaties, vergelijk die met de ervaringen uit je eigen puberteit en reflecteer er over met een volwassen blik" en "Maak een selectie uit de ja/nee-vragen van alle groepen en verwerk ze tot een geheel, waarbij oppervlakkigheid afgewisseld wordt met diepgang" en "Gebruik alle Engelse woorden die we hebben aangeduid in de teksten die wij lazen, in de schrijfopdrachten die je hebt gekregen van de andere coaches".


Zo begon ik op maandag 14 maart te werken aan vijf opdrachten, die ik kreeg van tieners, met de leeftijd van mijn eigen kinderen.

De week erna, vlak voor de tweede coaching-sessie, was ik zenuwachtig : ik zou mijn prille schrijfsels moeten delen en moeten openstaan voor hun eerlijke feedback. Op voorhand deelde ik mijn onzekerheid met Nico, die niet alleen een 'extern', maar ook een 'warm' oor bleek : hij stelde me gerust en zei dat hij er veel vertrouwen in had, afgaande op de maturiteit die deze jonge mensen tijdens de eerste sessie al hadden getoond. En hij had gelijk : mijn jeugdige coaches gaven weerwerk, alsof ze hun hele leven nog nooit iets anders hadden gedaan. Ze reageerden enthousiast en open, maar ook kritisch en eerlijk. Zoals een coach moet zijn : bekrachtigend en tegelijk uitdagend.

Die tweede dag ging ik naar huis met heel bruikbare feedback en nieuwe opdrachten voor de week erna, gebaseerd op het materiaal van andere subgroepen. Op deze manier ging het enkele weken door - work-in-progress delen, weerwerk beluisteren en nieuwe opdrachten krijgen.


Tijdens de paasvakantie, toen ik mijn schrijfcoaches even niet zag, overviel mij een eenzaamheid. Daar zat ik dan, met een hoop tekstmateriaal - allemaal geschreven onder impuls van mijn jonge coaches. Maar waar bevond zich de lijn? Waarom wilde ik toch zo nodig het puberbrein in woorden vangen? Wie had dat bedacht? Hoewel ik slachtofferschap in mezelf noch anderen toejuich, belde ik enigszins wankelend naar Nico. Wederom luisterde hij, zo mogelijk nog warmer dan voorheen, en zei : "laat het enkele dagen los en schrijf jezelf dan weer uit de knoop " Zijn woorden resoneerden en een paar dagen later, gebeurde er wat hij voorspeld had : ik kwam - al schrijvend - terecht bij de invalshoek die mij voortstuwde.

Na de paasvakantie waren mijn coaches dan ook opgetogen over mijn ingreep en gaven zij, naast kritische reflecties, ook zinvolle suggesties mbt de invulling van bepaalde scènes. Van een meisje kreeg ik zelfs een heus 'woordenboek voor pubers' doorgestuurd. De twee weken die volgden, schoot ik in een zevende versnelling.

Tussen de letterlijke bedrijven door, gaf ik ook een toelichting aan leerkrachten op de 'presentatie van de schoolvoorstellingen' in De Studio. Daar hoorde ik mezelf vertellen dat ik 'zeker geen puber ging spelen', dan wel op scène zou staan als 'een soort registrator, die zichzelf mogelijk af en toe verliest' - of hoe ik nu heel zeker weet, dat ik als volwassene op scène ga staan.

Enkele dagen voor de deadline, las ik met mijn coaches - via digitale weg - de laatste nieuwe scènes : de eerste werkversie van de tekst werd warm onthaald en nadat ze, tijdens de laatste fysieke bijeenkomst, muzikante Leen hebben ontmoet, zit hun bijzondere taak er (voorlopig!) op.


Volgende maand trek ik de repetitieruimte in, om een vooronderzoek te doen met tekst en elektronica. Leen en ik staan op scène als twee - volgens kalenderleeftijd - volwassen vrouwen : een 'registrator' en een 'producer', die alles gaan geven wat binnen hun mogelijkheden ligt, om de uiteenlopende tienerstormen te vertolken, te verklanken en te volgen. Daarnaast stellen wij onszelf de opdracht om de (werk)tekst - die bulkt van jeugdige energie, maar nog te veel woorden bevat - te reduceren tot de juiste kern. Zodat wij de vele jongeren die ik ontmoette - als ook hun leeftijdsgenoten - met hun dromen, angsten, gedachten en demonen, de stem kunnen geven die hen toekomt. Een grote dank alvast, Amani, Tibe, Ahlam, Margot, Adam, Arsène, Edzhe, Laime en Finn. Het was een eer om door jullie gecoacht te worden. Terwijl jullie examens afleggen op school, worden Leen en ik op de vloer gedragen, door jullie wervelende energie. Courage alvast en....keep you posted!

125 weergaven0 opmerkingen
bottom of page